terug naar boven

Opfris cursus EHBO/reanimatie zorgde bij mij voor een oprakeling

Ik kan er weer een jaartje tegen. Als verpleegkundige wil ik mijn kennis en vaardigheden op peil houden. Zoiets als reanimeren komt (gelukkig) bijna nooit voor binnen mijn werkgebied. Daarom is een jaarlijkse EHBO/reanimatie/AED cursus  wel op zijn plaats. De cursus werd gegeven bij de ZorgVilla. Een fijn logeerhuis voor kinderen met een verstandelijke beperking. Een warme plek voor de kids en een fijne plek om te werken, weet ik uit ervaring. De cursus werd gegeven aan iedereen die daar werkt, dus werd er ook les gegeven over EHBO en reanimatie bij kinderen en baby’s.


 

Ik zei al dat reanimeren bijna nooit voorkomt. Tijdens zo’n cursus moet ik toch altijd even terug denken aan de enige reanimatie die ikzelf heb mee gemaakt. Dat is nu zo’n 3 jaar geleden en het gebeurde in de aula van de zorginstelling waar ik in loondienst was. Er was een verstandelijk beperkte cliënt van het andere terrein naar onze aula gekomen omdat er iets te doen was. Ze zat in een elektrische rolstoel, ze was alleen en niemand kende haar. Ik was samen met een collega druk bezig met ons eigen groepje cliënten toen ik op mijn schouder werd getikt. ‘Dat gaat niet goed daar.’ Het was duidelijk dat ze aan het stikken was in eten. Heimlich hielp niet en omdat het druk was in de aula besloten we met nog wat hulpverleners (gelukkig stond ik er niet alleen voor) haar in de hal op de grond te leggen. 112 was al gebeld. Ze ademde niet meer en was buiten bewustzijn en een andere hulpverlener die tegenover mij op haar knieën zat zei tegen mij ‘reanimeren dan maar’. Dat woord ging al eerder door mijn hoofd dan dat zij het benoemde, maar ik was eerst op zoek gegaan naar een penning. (deze doelgroep hebben vaak een niet-reanimatie-verklaring) maar die vond ik niet. Het voelde tegenstrijdig, want ik kende deze vrouw niet maar ik vermoedde dat zij zo iemand was die wel een penning had maar hem nooit draagt. We MOESTEN reanimeren, dus ik gaf een knikje en ze begon haar hartmassages te geven, waarna ik haar beademde. Wat me vooral opvalt als ik eraan terug denk is dat ik me herinner dat alle omgevingsgeluiden stil vielen, terwijl niet eens heel de aula in de gaten had wat er gebeurde dus in werkelijkheid was het nog steeds luidruchtig. Het leek wel of ik alle onbelangrijke informatie weg gefilterd had en alleen zag en hoorde wat op dat moment van belang was. Na een reanimatie cursus bedacht ik me wel eens hoe ik zou reageren in een echte noodsituatie. Je weet dat pas als je ervoor komt te staan, daar kan je je niet anders op voorbereiden dan een reanimatie cursus te volgen. In deze noodsituatie ging mijn hartslag omhoog, adrenaline tot en met, maar geen paniek. Geen flight/freeze reactie. Ondanks dat was het erg fijn dat we met meerdere hulpverleners waren, want elkaar even kort aankijken en reageren met een knikje maakt je zekerder van je kunnen.

Ik geloof dat we 2 rondes hadden gereanimeerd toen ik tijdens het inblazen van lucht tegendruk voelde. Ze ademde weer en haar ogen bewogen. We legde haar in stabiele zijligging. Ik haalde even diep adem en keek even rond. Er stonden wat mensen om ons heen die ik eerder niet had opgemerkt, de omgevingsgeluiden kwamen weer terug en ik wist me eventjes niet zo goed een houding aan te nemen. Vlak daarna kwam de ambulanceverpleegkundigen erbij die al van iemand een snelle overdracht hadden gekregen. Die zogen ter plekken haar luchtpijp uit en namen haar mee. Er werd nog even aan mij gevraagd hoe het met me ging door, ik geloof dat het een politieman was. Ik merkte dat hij ook gewoon zijn protocol volgde en me aan moest spreken en een complimentje moest maken, dus in plaats van hem af te wijzen evalueerde we even kort hoe de situatie was verlopen. Daarna mijn collega’s, schouderklopjes, een knuffel. Ik wist nog niet hoe het met mij ging, ik liep eerst naar het meisje die met mij had gereanimeerd om te kijken hoe het met haar ging. Volgens mij had zij precies het zelfde, ik zag dat ze wat trilde maar ze had een open blik en het leek wel te gaan met haar. Ik herinner mij dat we elkaar een knuffel gaven, maar ik weet niet of ik dat er zelf bij heb bedacht.

In de aula ging alles gewoon door. Dat moet ook wel want cliënten kunnen niets met deze situatie en de andere begeleiders moeten zich daar op focussen. Een cliënt die ik ken liep voorbij, keek me aan en zei: ‘Heb je het niet koud in je hempje?’ Het was oktober, en ik had mijn shirt uitgetrokken om te gebruiken bij het beademen. Ik antwoordde hem luchtig: ‘Nee hoor, ik ben warmbloedig haha..’ Terwijl ik nog steeds stond te trillen van de adrenaline.

Toen ik terug was op de woongroep vertelde ik mijn collega met de adrenaline nog in mijn lijf wat er was gebeurd. Ze vroeg me of ik niet naar huis wilde, maar ik heb mijn late dienst gewoon afgemaakt. Thuis kon ik mijn verhaal nog een keer kwijt bij Sebas. Op zulke momenten is het fijn om een partner te hebben die zelf ook in de verstandelijk beperkten zorg werkt. Daarom heb ik ook de slachtofferhulp op het werk afgewezen. Ik ben er ongeveer een week door van slag geweest. Steeds popte het op in mijn hoofd en speelde alles zich weer opnieuw af. Dat zal een manier van verwerken zijn, denk ik. Pas toen ik een paar dagen later te horen kreeg dat ze echt geen niet-reanimatie-beleid had en buiten een fixe longontsteking zich goed hield in het ziekenhuis, kon ik het laten rusten en zelfs trots zijn op mezelf. Een leven gered!

Share Button